In het document, dat is goedgekeurd door de Hoge Raad voor binnenlandse veiligheid, die wordt voorgezeten door de minister-president, staat dat Lissabon, Beja, Santarém en Porto de gebieden waren waar de meeste onderzoeken werden geregistreerd in verband met arbeidsuitbuiting van buitenlandse burgers.
"Er was een lichte daling van het aantal slachtoffers dat werd gesignaleerd in termen van arbeidsuitbuiting, maar er kan nog steeds uit worden afgeleid dat dit het type uitbuiting is met het hoogste aantal gevallen", zo gaat het document vooruit.
Wat seksuele uitbuiting betreft, stelt het RASI dat het aantal gesignaleerde slachtoffers in 2021 is gedaald ten opzichte van 2020.
"26 minderjarigen werden aangemerkt als vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel in Portugal, 10 geclassificeerd als in behandeling/onderzocht, drie als onbevestigd en 13 aangemerkt door ngo's/andere entiteiten", geeft het verslag ook aan.
Volgens het RASI zijn van de 23 geldige registraties de vermoedelijke slachtoffers voornamelijk minderjarige mannen, afkomstig uit landen van de Europese Unie, met name Roemenië, die zouden worden uitgebuit met het oog op adoptie, huishoudelijke slavernij, bedelarij, uitoefening van criminele activiteiten en seksuele uitbuiting.
Wat volwassenen betreft, voegt het verslag eraan toe dat 273 personen werden geïdentificeerd als vermeende slachtoffers van mensenhandel, wat neerkomt op een stijging met 87 ten opzichte van het voorgaande jaar, hoofdzakelijk afkomstig uit Afrikaanse landen, waarbij Marokko eruit springt.