De regeringen van Portugal en Spanje hebben vandaag in een gezamenlijke verklaring de inwerkingtreding toegejuicht van het nieuwe verdrag, dat in de plaats komt van het eerste dat tussen Lissabon en Madrid werd ondertekend in 1977, toen Mário Soares en Adolfo Suaréz de Iberische uitvoerende machten leidden.
Het Verdrag van Vriendschap en Samenwerking "bevestigt de gedeelde waarden en actualiseert de instrumenten voor samenwerking op de meest uiteenlopende gebieden, zowel bilateraal als in het kader van bevoorrechte grensoverschrijdende betrekkingen".
Voor de regeringen van Lissabon en Madrid speelde het vorige verdrag, uit 1977, "een fundamentele rol in de parallelle ontwikkeling van Spanje en Portugal als democratieën", in een "essentieel moment van democratische overgang" in beide landen, en droeg het bij tot de ontwikkeling van de politieke, commerciële en culturele betrekkingen.
Lissabon en Madrid rechtvaardigen de noodzaak van een nieuw verdrag omdat Spanje en Portugal in de veertig jaar dat het verdrag van 1977 van kracht was, geconsolideerde democratieën zijn geworden, lid zijn geworden van de Europese Unie, bondgenoten zijn in de NAVO (met de toetreding van Spanje tot dit defensieverbond tussen Europese en Noord-Amerikaanse landen waarvan Portugal al lid was) en partners zijn in de Ibero-Amerikaanse gemeenschap.
Het nieuwe verdrag weerspiegelt dus de evolutie van de relatie tussen Portugal en Spanje, "de toenemende dichtheid en diepgang ervan" en "het strategische en multidimensionale karakter ervan", aldus de verklaring.
Het vriendschaps- en samenwerkingsverdrag werd op 28 oktober 2021 tijdens de Iberische top in Trujillo, in het Spaanse Extremadura, ondertekend door de premiers António Costa en Pedro Sánchez.
Op die dag onderstreepte de leider van de Portugese regering, António Costa, de politieke en geostrategische dimensie "van het grootste belang" van het verdrag.
"Dit verdrag moderniseert onze betrekkingen", zei António Costa, eraan toevoegend dat de nieuwe overeenkomst rekening houdt met actuele aspecten van de internationale betrekkingen, zoals de energie- en digitale transitie en de versterking van de samenwerking in het kader van onder meer de NAVO en de Europese Unie.
Ook de Spaanse premier, Pedro Sánchez, benadrukte die dag de noodzaak om een tekst die al 40 jaar oud is te moderniseren en het verdrag aan te passen aan een samenwerking die zich heeft ontwikkeld en die nu "rijker en intensiever" is.