"In het 3e kwartaal van 2021 is de financieringscapaciteit van de gezinnen met 0,5 procentpunt (p.p.) gedaald tot 4,9% van het bbp, en de spaarquote kwam uit op 11,3% (11,7% in het vorige kwartaal), als gevolg van de groei van de particuliere consumptie met 1,2%, boven de stijging van het beschikbare inkomen", geeft het Nationaal Instituut voor de Statistiek (INE) aan in de Driemaandelijkse Nationale Rekeningen per Institutionele Sector.
Volgens het instituut daalde de spaarquote van de huishoudens aldus met 0,4 procentpunt in vergelijking met het vorige kwartaal.