Luchtvaartmaatschappijen moeten beginnen met het doorgeven van passagiersgegevens - waaronder gegevens over reisdocumenten, vluchtgegevens en bagage-informatie - aan de autoriteiten voordat de passagiers aankomen aan de buitengrenzen van de Europese Unie (EU).
Op die manier kunnen, volgens een verklaring van de Raad, voorafgaande controles en een beoordeling van potentiële veiligheidsrisico's plaatsvinden, waardoor de grenscontroles eenvoudiger worden en ervoor wordt gezorgd dat de nodige maatregelen ter bescherming van de buitengrenzen van de EU van tevoren worden genomen.
De nieuwe verordening, die 20 dagen na de bekendmaking in het Publicatieblad van de EU in werking treedt, vervangt de richtlijn van 2004 betreffende informatie vooraf over luchtvaartpassagiers.
Volgens gegevens uit Brussel zijn in 2019 meer dan 500 miljoen vliegtuigpassagiers de EU binnengekomen of de EU uitgegaan.
Aangezien vliegreizen steeds vaker door criminelen en terroristen worden gebruikt, is het voor het behoud van de veiligheid van cruciaal belang dat passagiersgegevens tijdig toegankelijk zijn, aldus de Raad van de EU in dezelfde verklaring.