Volgens een studie van de OESO zijn de prijzen van onroerend goed omhoog geschoten, maar de gemiddelde inkomens van de huishoudens niet. Een Portugees heeft nu het equivalent van 11,4 jaarsalarissen nodig om een huis van 100 vierkante meter te kunnen kopen.
Uit een analyse van de 31 belangrijkste OESO-economieën is gebleken dat in 2020 in Portugal een huishouden het equivalent van 11,4 jaar loon nodig heeft om een huis van 100 vierkante meter te kunnen kopen, wat praktisch hetzelfde is als in 2000 (11,3 jaar).
Portugal staat boven het midden van de tabel, vóór landen als de Verenigde Staten (waar gezinnen het equivalent van 4,1 jaar loon nodig hebben), Noorwegen (7,8 jaar), het Verenigd Koninkrijk (11 jaar) of Zweden (11,2 jaar). Achter Portugal komen landen als Zwitserland (12,6 jaar), Frankrijk (12,8 jaar), Luxemburg (15,8 jaar) of Nieuw-Zeeland (18,7 jaar).
"De afnemende betaalbaarheid van huisvesting heeft geleid tot economische en sociale uitdagingen die de armste huishoudens en jongeren onevenredig hard treffen", aldus de OESO. Huizenprijzen en huurprijzen "zijn de afgelopen decennia sneller gestegen dan de inflatie en de inkomens, en hoewel lagere rentetarieven de hypotheekkosten hebben verlaagd, hebben zij het effect van hogere huizenprijzen slechts gedeeltelijk opgevangen".