Het onderzoek, dat begin 2024 in opdracht van de Francisco Manuel dos Santos Foundation werd uitgevoerd aan de hand van 1.107 interviews met inwoners van het Portugese vasteland van 18 jaar en ouder, werd vrijgegeven ter gelegenheid van de Dag van Europa.
Het percentage respondenten dat zegt dat Portugal heeft geprofiteerd van de toetreding tot de gemeenschappelijke ruimte heeft een "historisch maximum" bereikt, met antwoorden van meer dan 90% op een vraag die sinds 1986 in Eurobarometers wordt gesteld, terwijl de steun voor de euro, die sinds 2009 wordt gevraagd, door meer dan 70% wordt bevestigd.
Wat het imago van de Europese instellingen betreft, werd de neerwaartse trend in de beoordeling tussen 2000 en de jaren van de economische crisis herhaald, met nu een positief imago (52,3%) van het Europees Parlement (EP), de Europese Commissie (EC) en de Europese Centrale Bank.
Portugal (met een gemiddelde van 56,3% tussen 2000 en 2023) laat ook een vertrouwen in de instellingen zien dat boven het Europese gemiddelde (50,7%) ligt, wat volgens het onderzoek de positie van het land onder de meest pro-Europese staten weerspiegelt.
Vertrouwen
"Het vertrouwen in Europese politieke instellingen is veel groter dan het vertrouwen in nationale instellingen, zoals het parlement of de regering", zo staat te lezen in het onderzoek, waaruit blijkt dat ongeveer een op de drie respondenten zegt vertrouwen te hebben op nationaal niveau, vergeleken met ongeveer twee op de drie die vertrouwen uitspreken in het EP en de EC.
Vrouwen en respondenten van 55 jaar en ouder en hoger opgeleiden beoordelen het imago van de Europese instellingen doorgaans beter en hebben er meer vertrouwen in.
Wat betreft het optreden van instellingen bij uitdagingen is de respons echter negatiever, met een grotere ontevredenheid over de bestrijding van armoede en ongelijkheid, het Israëlisch-Palestijnse conflict, "kwesties waarover minder dan een derde zegt tevreden te zijn" met de reactie van de Gemeenschap.
De grootste ontevredenheid wordt opgetekend bij jongeren, respondenten met minder opleiding en mensen die ideologisch rechts zijn.
De respondenten waren voorstander van meer Europese besluitvorming over het conflict tussen Israëli's en Palestijnen, immigratie uit derde landen, klimaatverandering en de oorlog in Oekraïne, terwijl de voorkeur voor nationale besluitvorming uitging naar thema's als armoede en ongelijkheid.
Meer toetredingen tot de 27 worden gesteund door 44,5% van de respondenten en afgewezen door 38,8%, waarbij Oekraïne (58%) de meeste voorkeuren krijgt.
Gevraagd naar de invloed van landen op EU-beslissingen wijst 74,5% Duitsland aan, gevolgd door Frankrijk (13,3%) en België (2,3%).