Volgens voorlopige gegevens van het Instituut voor het behoud van de natuur en de bossen (ICNF) waren er dit jaar 6.566 plattelandsbranden, die 57.940 hectare verbrande oppervlakte veroorzaakten, waarvan 49% in bosgebieden, 38% in struikgewas en 13% in landbouwgebied.
Op 8 juli, toen het brandgevaar door de stijgende temperaturen verergerde, meldde het ICNF dat sinds 1 januari 12.473 hectare was verbrand, wat betekent dat in 13 dagen 45.467 hectare in vlammen was opgegaan.
Volgens het verslag van het Agentschap voor het geïntegreerde beheer van plattelandsbranden (AGIF) waren er in 2021 8.223 plattelandsbranden, wat resulteerde in 28.415 hectare verbrande oppervlakte.
Uit gegevens van het ICNF blijkt dat de vlammen dit jaar al meer dan twee keer zoveel hebben verbrand als in heel 2021.
Volgens het ICNF is het verbrande gebied dit jaar het grootste sinds 2017, toen de Pedrógão Grande-brand plaatsvond, en het op een na grootste sinds 2013.