Volgens de nieuwe aanbevelingen mogen de lidstaten "geen reisbeperkingen opleggen om redenen van volksgezondheid", aldus het persbericht van de EG. De aanbevelingen blijven echter een reeks "waarborgen in geval van verslechtering van de epidemiologische situatie" bevatten.
Reizen uit derde landen
Indien nodig moeten de lidstaten, om een aanzienlijke verslechtering van de epidemiologische situatie het hoofd te bieden, "op gecoördineerde wijze besluiten om vóór vertrek opnieuw passende eisen voor reizigers in te voeren", aldus de EG. Deze eisen kunnen "vaccinatie, bewijs van herstel of het uitvoeren van tests" omvatten, waarbij de EG benadrukt dat de lidstaten ook "aanvullende maatregelen bij aankomst kunnen toepassen, zoals aanvullende tests of het opleggen van quarantaineperioden".
Wanneer zich een variant voordoet die in een derde land "aanleiding geeft tot bezorgdheid of belangstelling", kunnen de lidstaten "bij wijze van uitzondering een dringende, gemeenschappelijke en tijdelijke reisbeperking instellen of andere reisvoorschriften opleggen".
Vrij verkeer in de EU
Indien een lidstaat het nodig acht beperkingen op te leggen aan het vrije verkeer wegens een aanzienlijke verslechtering van de epidemiologische situatie, moeten deze beperkingen "beperkt blijven tot de eis dat reizigers in het bezit zijn van een geldig digitaal EU-certificaat COVID", waarbij wordt toegevoegd dat "personen die niet in het bezit zijn van een certificaat kunnen worden verplicht om voor of na aankomst een test af te leggen".
Om snel te kunnen reageren op nieuwe varianten wordt de "noodrem" gehandhaafd. In dergelijke gevallen kan een lidstaat eisen dat reizigers een quarantaine of test ondergaan, zelfs als zij houder zijn van een digitaal EU-certificaat COVID.