Volgens gegevens van het officiële bureau voor Europese statistieken over de Europese bevolking bedroeg de gemiddelde leeftijd van de inwoners van de EU op 1 januari 2022 44,4 jaar (tegenover 44,1 in 2021), een stijging met 2,5 jaar ten opzichte van 2012, toen de leeftijd 41,9 jaar bedroeg. In Portugal steeg het met bijna vijf jaar.
Eurostat merkt op dat van de 27 lidstaten de gemiddelde leeftijd varieert tussen 38,3 jaar in Cyprus en 48,0 jaar in Italië, met Portugal als tweede land met het hoogste gemiddelde (46,8), gevolgd door Griekenland (46,1).
In vergelijking met 2012 heeft Portugal de hoogste stijging van de gemiddelde leeftijd geregistreerd, namelijk +4,7 jaar, van 42,1 tot 46,8 jaar, gevolgd door Spanje (+4,3 jaar) en Griekenland en Slowakije (beide met +4,1 jaar).
Eurostat wijst erop dat de gemiddelde leeftijd in de EU tussen 2012 en 2022 in alle lidstaten is gestegen, behalve in Zweden, waar sprake was van een lichte daling, van 40,8 naar 40,7 jaar.
Het Europees Bureau voor de Statistiek onderstreept ook dat, naast de stijging van de gemiddelde leeftijd, de afhankelijkheidsratio van ouderen in de EU, gedefinieerd als de verhouding tussen het aantal ouderen (van 65 jaar en ouder) en het aantal mensen in de werkende leeftijd (15-64 jaar), in 2022 ook is gestegen en 33 procent zal bedragen, tegenover 32,5 procent een jaar eerder en 27,1 procent in 2012.
Portugal heeft met 37,2 procent de op twee na hoogste afhankelijkheidsratio van ouderen, alleen overtroffen door Italië (37,5 procent) en Finland (37,4 procent), terwijl de laagste percentages werden genoteerd in Luxemburg (21,3 procent), Ierland (23,1 procent) en Cyprus (24,5 procent).