Volgens een rapport van Público is huisvesting "de uitgave met de grootste impact op de totale kosten van studenten in het hoger onderwijs", wat overeenkomt met 33,5% van het maandelijkse bedrag, maar andere aanzienlijke bedragen worden gebruikt om eten en vervoer te betalen.
Uit de analyse van de leef- en studieomstandigheden van deze studenten bleek ook dat meer dan 84% (ongeveer 762 euro) van dat inkomen gaat naar uitgaven die verband houden met de "kosten van levensonderhoud". Deze indicator omvat negen consumptiecategorieën: huisvesting, voeding, vervoer, communicatie, gezondheid, kinderopvang, afbetaling van schulden (met uitzondering van afschrijvingen), sociale vrijetijdsbesteding en andere gemeenschappelijke uitgaven.
In vergelijking met vorige edities van dit onderzoek blijft de afhankelijkheid van het gezin als "belangrijkste bron van inkomsten" bestaan, met een gemiddeld maandelijks bedrag van 898,4 euro afkomstig van het gezin, waarvan 96,3% van de 10.000 respondenten afhankelijk is. In het rapport staat ook dat het opleidingsniveau van de ouders "relatief significant is voor de mogelijkheden van ondersteuning", d.w.z. kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau hebben minder gezinsinkomen dan kinderen van ouders met een hogere opleiding.