Uit door idealista gerapporteerde gegevens van Eurostat blijkt dat 56,4 procent van de Portugese jongeren tussen 25 en 34 jaar in 2021 thuis bij hun ouders woont, een percentage dat in ongeveer tien jaar tijd met 11,9 procentpunten (p.p.) is gestegen.
Kijken we naar de situatie Europa, dan is Portugal het tweede land in de Europese Unie (EU) met het hoogste percentage jongeren dat in 2021 bij hun ouders woont. Op de eerste plaats komt Griekenland, waar zes van de tien jongeren dat jaar bij hun familie zeggen te wonen.
Portugal en Griekenland krijgen gezelschap van Italië en Spanje, waar 53,7% en 46,0% van de jongeren tussen 25 en 34 jaar in 2021 bij hun ouders woonde, volgens gegevens van het Europees bureau voor de statistiek. Deze landen liggen ver boven het EU-gemiddelde (30,5%).
In de andere geanalyseerde EU-landen is de realiteit heel anders. In België bijvoorbeeld woont slechts 21,4% van de jongeren bij hun ouders, terwijl dat in Frankrijk slechts 15,7% is. En in Noord-Europa is de jongerenemancipatie groter: in landen als Zweden, Finland en Denemarken woont meer dan 90% van de jongeren tussen 25 en 34 jaar niet bij hun familie.
In de EU als geheel is het percentage jongeren dat bij hun ouders woont tussen deze twee periodes slechts met 0,4 procentpunten gestegen. En in landen als Zweden en Duitsland daalde het met respectievelijk 0,3 en 5,2 procentpunten.