In een verklaring kondigde het uitvoerend orgaan van de Gemeenschap het besluit aan om bij het HvJEU actie te ondernemen tegen Portugal wegens niet-naleving van een uitspraak van 5 december waarin het land werd opgeroepen 61 "gebieden van communautair belang" aan te wijzen als "speciale beschermingszones", zoals vereist door de Europese richtlijn voor het behoud van habitats.
Het Hof verklaarde ook dat Portugal niet de nodige instandhoudingsmaatregelen had genomen voor deze gebieden.
Na de uitspraak heeft Portugal de 61 gebieden in kwestie formeel aangewezen als speciale beschermingszones door een specifiek decreet aan te nemen, maar deze aanwijzing is niet voldoende om aan de uitspraak te voldoen, omdat Portugal ook instandhoudingsdoelstellingen en -maatregelen moet aannemen, aldus de Commissie.
Daarom heeft de uitvoerende macht van Ursula von der Leyen "besloten de zaak opnieuw voor te leggen" aan het HvJEU.
Omdat dit voor Portugal het tweede beroep is dat bij het Hof is ingesteld over dezelfde zaak "kan dit leiden tot de toepassing van financiële sancties voor de tijd die verstrijkt na de datum van de eerste uitspraak totdat naleving is geverifieerd".
In een andere verklaring kondigde Brussel ook aan dat Portugal deel uitmaakt van een groep landen, waaronder Spanje, Ierland, Bulgarije, Malta en Slowakije, die het doelwit zijn van het HvJEU wegens het niet naleven van de herziening van de stroomgebiedbeheerplannen.
De richtlijn in kwestie, zo argumenteerde de Commissie, "richt zich op het waarborgen van een goede kwalitatieve en kwantitatieve gezondheid van Europese waterlichamen, zoals rivieren en meren", en heeft als doel het elimineren van vervuiling, "evenals het garanderen van de beschikbaarheid van voldoende water om tegelijkertijd te voldoen aan de behoeften van mens en dier".
De landen in kwestie "blijven hun verplichtingen onder de richtlijnen niet nakomen" en de inspanningen die de Portugese autoriteiten tot nu toe hebben geleverd "zijn onvoldoende geweest".