"In april 2024 bedroeg het totale aantal 'ontslag' situaties met bezoldigende vergoeding (normale tegemoetkoming, in overeenstemming met de bepalingen van het Arbeidswetboek) 9.212", aldus het overzicht opgesteld door het Strategisch en Planbureau (GEP) van het Ministerie van Arbeid, Solidariteit en Sociale Zekerheid.
Vergeleken met de vorige maand was er een daling van 1.615 'ontslagtermijnen' (-14,9%) en vergeleken met dezelfde periode vorig jaar was er een stijging van 3.543 verwerkte termijnen (62,5%).
Wat het aantal bedrijven in deze situatie betreft, blijkt uit gegevens van de sociale zekerheid dat in april uitkeringen werden verwerkt voor 575 werkgevers.
Dit is de laagste waarde sinds november vorig jaar en betekent een daling van 9,9% in totaal, na het maximum van 638 in maart, maar 271 bedrijven (89%) meer dan in april 2023.
Volgens het GEP werd de regeling voor werktijdverkorting toegekend aan 5.390 mensen, terwijl het aantal uitkeringen in het kader van de regeling voor tijdelijke contractopschorting 3.822 bedroeg.
De 'ontslagregeling' waarin de arbeidswet voorziet, resulteert in een tijdelijke verkorting van de normale werkperioden of een opschorting van arbeidscontracten op initiatief van bedrijven in een crisissituatie.
Volgens de arbeidswetgeving hebben werknemers met een opgeschort contract recht op een maandelijkse vergoeding die gelijk is aan twee derde van hun normale brutosalaris, met een garantie van minimaal de waarde van het nationale minimumloon (820 euro in 2024) en maximaal drie keer het minimumloon.