Hun veerkracht is te danken aan een bloeiende toeristische sector, demografische verbeteringen en een effectief macro-economisch beleid, waardoor de groeivooruitzichten op lange termijn zijn verbeterd.
Spanje was de snelst groeiende grote economie in 2024, met een bbp-groei van 3,2%, terwijl Portugal, ondanks een vertraging halverwege het jaar, sterk eindigde. Beide economieën hebben geprofiteerd van een servicegerichte structuur en sterke netto migratiestromen, evenals een energiebeleid dat de afhankelijkheid van Russisch gas heeft verminderd. Deze factoren hebben geholpen om externe economische schokken te verzachten, waardoor ze zich onderscheiden van andere Europese landen.
Ondanks hun overeenkomsten steunen Spanje en Portugal op verschillende economische motoren. De groei van Portugal werd gevoed door consumentenbestedingen en investeringen, terwijl Spanje meer leunde op overheidsconsumptie en netto-export. Dit verschil weerspiegelt verschillen in economisch beleid en sectorale sterke punten.
Een andere belangrijke ontwikkeling is de aanzienlijke vermindering van de macrofinanciële kwetsbaarheden. Beide landen werden ooit geplaagd door grote tekorten op de lopende rekening, maar hebben deze omgezet in overschotten dankzij een bloeiende toeristische sector en een sterke export van diensten met een hoge toegevoegde waarde, zoals technologie. Daardoor is hun buitenlandse schuld gedaald tot ongeveer 50% van het BBP, bijna de helft van wat het tien jaar geleden was. Portugal blinkt uit in fiscaal beheer en heeft al drie jaar op rij een begrotingsoverschot, wat het vertrouwen van beleggers heeft versterkt en de spreads op obligaties heeft verkleind. Spanje heeft weliswaar een tekort, maar blijft binnen de normen van de eurozone.
De arbeidsmarkt is ook aanzienlijk verbeterd. De werkloosheid in Portugal ligt met 6,5% dicht bij het gemiddelde van de eurozone, terwijl die in Spanje is gedaald van een piek van 26,3% in 2013 naar 10,6%. Spanje heeft ook een aanzienlijke groei van de werkgelegenheid gekend en heeft een belangrijk aandeel in de banengroei in de eurozone. Arbeidshervormingen hebben de Spaanse beroepsbevolking verder gestabiliseerd, tijdelijke contracten teruggedrongen en een duurzamere werkgelegenheidsgroei bevorderd.
Vooruitkijkend voorspelt Oxford Economics dat beide landen de komende tien jaar zullen groeien in lijn met het gemiddelde van de eurozone, een optimistische herziening ten opzichte van eerdere verwachtingen. Sterke migratietrends, die zowel geschoolde werknemers als digitale nomaden aantrekken, ondersteunen deze vooruitzichten. De uitdagingen blijven echter banen met een lage toegevoegde waarde, een zwakke productiviteit en investeringsbeperkingen die de inkomensconvergentie met de rest van de eurozone blijven belemmeren. Ook de hoge woonlasten en risico's op het gebied van regelgeving kunnen buitenlandse investeringen afremmen.
Ondanks deze hindernissen wijzen de economische veerkracht en strategische verbeteringen van Spanje en Portugal erop dat hun sterke prestaties verre van tijdelijk zijn. Omdat ze zich blijven ontwikkelen en hun structurele zwakheden blijven aanpakken, blijven hun economische vooruitzichten veelbelovend binnen een verder worstelende eurozone.
Paulo Lopes is a multi-talent Portuguese citizen who made his Master of Economics in Switzerland and studied law at Lusófona in Lisbon - CEO of Casaiberia in Lisbon and Algarve.
