"Productiviteit is niet alles, maar op lange termijn wel bijna alles. Het vermogen van een land om zijn levensstandaard op termijn te verbeteren hangt vrijwel volledig af van zijn vermogen om de productiviteit per werknemer te verbeteren".
De uitspraak van de Nobelprijswinnaar voor economie, Paul Krugman, zette de toon voor het kenniscentrum voor openbaar bestuur (PlanApp) om de productiviteit van bedrijven in Portugal te analyseren. Een document dat de impact van zombiebedrijven op het aantrekken van financiering voor productievere concurrenten belicht, en dat ook de toegevoegde waarde van bedrijven met complexere taken belicht.
Daarvoor veroordeelt het rapport de "bijna stagnatiedynamiek" die tussen 2010 en 2019 in de productiviteit in Portugal is waargenomen en die de sinds 1970 waargenomen vertragingstrend alleen maar heeft versneld. In het tweede decennium van deze eeuw bedroeg de gemiddelde jaarlijkse groei van de productiviteit per werknemer slechts 0,6%. Op hetzelfde niveau als Spanje en Duitsland, maar onder landen als Estland, Litouwen en Letland.
In 2019, het jaar vóór de pandemie, kwam de arbeidsproductiviteit in Portugal "slechts overeen met 49% en 56% van die in Frankrijk en Duitsland", meldt het document. De Baltische landen "registreerden echter aanzienlijk hogere productiviteitsgroei" en "benaderen nu zeer dicht de in Portugal geregistreerde arbeidsproductiviteit".
Wat is de oorzaak van de vertraging?
Na de presentatie van de cijfers, beschrijft het PlanApp-planningscentrum de problemen die bestaan in termen van de economische context en in het interne leven van bedrijven die de geringere stijging van de productiviteit in Portugal rechtvaardigen.
Met betrekking tot de economische context vestigt hij de aandacht op de "exitbarrières" die "het voortbestaan bevorderen van zombiebedrijven die middelen opslorpen". Het document stelt vast dat in niet-verhandelbare sectoren, zoals de dienstensector en de bouw, een grotere aanwezigheid van zombiebedrijven "de investeringen en de werkgelegenheid beperkt, de productiviteitskloof tussen bedrijven vergroot" en "de productiviteitsvereiste voor nieuw opgerichte bedrijven" verhoogt.
In het verslag wordt daarentegen opgemerkt dat bedrijven die de contextkosten in verband met de arbeidsmarkt als relevant voor hun activiteit beschouwen, gemiddeld een lagere arbeidsproductiviteit hebben.
Ook de kwalificaties van werknemers dragen positief bij tot een hogere productiviteit. Hetzelfde geldt voor de kwalificaties van managers: "de meest productieve bedrijven hebben gemiddeld meer managementfuncties en meer gekwalificeerde managers dan andere bedrijven".