Sint Germaine Cousin werd in 1579 geboren in Pibrac, een klein dorpje in Frankrijk. Haar vroege leven was gehuld in mysterie, met verschillende verslagen die suggereren dat ze misschien het ongewenste kind van een alleenstaande ouder was of de dochter van een echtpaar dat niet voor haar kon zorgen. De omstandigheden rond haar geboorte waren triest, omdat de regio leed onder interne oorlogen, hongersnood en plagen die bijdroegen aan een algemene sfeer van wanhoop.
De vader van Germaine, Laurent Cousin, erfde een boerderij die door zijn wanbeleid in verval was geraakt. Toen Laurent met Hortense trouwde, bracht zij wreedheid in Germaine's leven. Ze verachtte Germaine vanwege haar lichamelijke misvormingen, zoals een verlamde rechterhand, en behandelde haar met extreme verwaarlozing en mishandeling.
Germaine's leven thuis werd gekenmerkt door ernstige mishandeling. Haar stiefmoeder liet haar vaak zonder eten achter, waardoor Germaine naar de hondenschotel kroop voor restjes. De mishandeling escaleerde tot gruwelijke hoogten; Hortense liet Germaine eens drie dagen in een afvoer achter terwijl ze kippen verzorgde en goot zelfs kokend water over haar benen. Deze omgeving bevorderde niet alleen lichamelijk lijden, maar ook emotionele kwelling omdat Germaine's broers en zussen leerden de wreedheid van hun moeder na te doen.
Als gevolg van deze verwaarlozing en mishandeling kreeg Germaine scrofulose, een vorm van tuberculose die pijnlijke zwellingen in haar nek veroorzaakte. Ondanks haar verslechterende gezondheid kreeg ze geen medelijden van haar familie; in plaats daarvan bleven ze haar minachtend behandelen.
Ondanks haar harde leven vond Germaine troost in de natuur. Omdat ze lange dagen alleen op het land schapen moest hoeden, zocht ze troost in het gebed. Zonder formele opleiding, maar met een aangeboren geloof, bad ze eenvoudige gebeden waarin ze God om voeding en leiding vroeg.
Germaine's medeleven reikte verder dan haarzelf; ondanks dat ze heel weinig had, deelde ze de restjes voedsel die ze kon vinden met bedelaars en mensen die minder fortuinlijk waren dan zijzelf. Haar vriendelijkheid werd bekend onder de dorpelingen, die gefascineerd waren door haar verhalen over God en geloof.
De heilige Germaine Cousin stierf op 22-jarige leeftijd in 1601 na jaren van ontberingen en lijden. Ondanks dit tragische einde leefde haar nalatenschap voort door de levens die ze aanraakte tijdens haar korte tijd op aarde. Door haar eigen ervaringen werd ze bekend als de beschermheilige van slachtoffers van kindermishandeling.
Haar verhaal blijft vandaag de dag veel mensen inspireren; overal in de christelijke wereld zijn kerken naar haar vernoemd en pelgrims bezoeken haar heiligdom in Frankrijk op zoek naar voorspraak en inspiratie van deze opmerkelijke figuur die immense tegenslagen overwon door geloof en liefde.